Rijnland, een streek bol van variatie



- Plannen voor toekomstige ontsluiting Rijnland -

Binnen Rijnland bestaan er zowel voor het autoverkeer als voor het openbaar vervoer vergaande plannen voor het verder verbeteren van de kwaliteit van de bereikbaarheid. Nieuwe woongebieden en bedrijfsterreinen in de Rijn- en Bollenstreek maken uitbreiding van de infrstructuur noodzakelijk om in de toekomst een goede bereikbaarheid te kunnen blijven garanderen. Daarbij gaat het om:

De RijnGouweLijn 
De RijnGouweLijn bestaat uit plannen voor een sneltram in de oost-westrelatie, van Noordwijk via Katwijk, Leiden, Alphen a/d Rijn naar Gouda. Met de aanleg van deze regionale railverbinding wil de Provincie Zuid-Holland in samenspraak met de gemeenten en het regionale bedrijfsleven een kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer bieden voor het vervoer over afstanden tot circa 30 kilometer. Aangezien het vervoer op deze afstanden vooral gericht is op ontsluiting van werkgebieden en van winkelgebieden zoals het centrum van Leiden, Katwijk, Alphen a/d Rijn en Gouda, is de directe ontsluiting van de winkelgebieden van belang om overstappen te voorkomen.

ArtistImpression Breestraat

Binnen het centrum van Leiden hebben Kamer van Koophandel Rijnland en betrokken winkeliers zich gebogen over een mogelijke inpassing in het kernwinkelgebied. Zij zien in de aanleg van de RijnGouweLijn nieuwe mogelijkheden om het verblijfsklimaat en de kwaliteit van het winkelgebied verder te versterken.  Jarenlange wensen voor meer groen en een rustig winkelgebied zouden hiermee in vervulling kunnen gaan. 

Het materieel van de RijnGouweLijn zal gemakkelijk toegankelijk zijn, goede rijeigenschappen hebben en uiterst comfortabel zijn. Daarmee kan dit een reëel alternatief vormen voor het gebruik van de auto. In de plannen wordt er verder van uitgegaan dan het eenvoudig mogelijk zal zijn een fiets mee te nemen waardoor ook in het recreatief verkeer het fietsgebruik verder gestimuleerd kan worden.

In het centrum zullen de trams met voetgangerssnelheid door de Breestraat rijden, voor een deel via enkel spoor. Daarmee ontstaat een gezellig en dynamisch winkelgebied, met ruimte voor de voetganger, voor groen en voor terrassen. Kortom, voor een centrum dat leeft.

15 november 2006: Per lightrail door de stad!,
lezing door Maurits van den Toorn, recreatiezaal Hofflant Huys, De Zeven Provinciën 68, Voorschoten


In maart 2007 organiseert Leiden een referendum over het binnenstadstracé van de RijnGouweLijn. Ter voorbereiding daarvan organiseert NVBS afdeling Rijnland een avond over lightrail. Want wat moeten we ons eigenlijk bij lightrail voorstellen? Vanavond probeert tramkenner en Leidenaar Maurits van der Toorn op deze vraag een antwoord te geven.
Er is namelijk bijna geen enkel begrip in de spoor- en tramwereld waar zoveel uiteenlopende betekenissen aan worden gehangen. Enig doorvragen bij politici en beleidsmakers brengt al gauw grote verwarring aan het licht over wat er nu eigenlijk precies wordt bedoeld. Is het een tram op het spoor? Is het een trein op straat? Is het een treindienst met licht materieel? Is het een metro? Is het materieel met een lage instap? Misschien is het van alles een beetje, in wisselende combinaties al naar gelang de omstandigheden, en niet te vergeten de smaak van politici en ingenieurs. Het is dan ook de vraag of deze avond meer duidelijkheid zal scheppen. Maurits van der Toorn presenteert vanavond uiteenlopende vormen van lightrail-vervoer, met voorbeelden uit Duitsland, Frankrijk en andere Europese landen en zelfs de Verenigde Staten.

De Rijnlandroute
Voor het verwerken van het toekomstige autoverkeer en het verbeteren van de oost-west verbindingen, wordt druk gestudeerd op een aantal verschillende routevarianten voor de zogenaamde Rijnlandroute. De Rijnlandroute moet een verbinding geven tussen de kust en de A44 met de A4 en de N11 in oostenlijke richting. De plaats en wijze waarop deze de Leidse agglomeratie zal kruisen is met name bepalend voor de te kiezen route en de manier van aanleg, bovengronds of ondergronds.


 graden
°C